De knoppen van de paardenkastanje glimmen in de voorjaarszon. Eén van de eerste knoppen is al opengebarsten: het voorjaar gaat nu echt beginnen. Behalve de diverse knopschubben, die strak om de boomknop zitten, plakken de knoppen. Dat komt door de kleverige harslaag waarmee de paardenkastanje haar knoppen extra tegen de felle winterkou beschermt. Maar vandaag, met een temperatuur van rond de tien graden Celsius en met een beetje beschutting is die beveiliging niet meer nodig. De sapstromen in de boom doen de knop zwellen en openbreken. De jonge, nu nog opgevouwen blad en twijg drukken de schubben weg. En weg is ook de plakkerigheid.
Uit het koude Kaukasusgebergte
We kennen allemaal de paardenkastanje met zijn witte bloemen als kaarsjes in het voorjaar en de roodbruin glimmende kastanjes in de herfst. Ze kan wel 25 meter hoog worden. Maar wist je dat de boom oorspronkelijk niet in het Nederlandse landschap thuishoort, maar uit het koude Kaukasusgebergte komt? Pas de laatste vijf eeuwen komt de paardenkastanje in Nederland voor.
En waarom de bladeren soms in de herfst al bruin zijn
Sinds een paar jaar is er in Nederland een motje die haar eitjes op het blad van de paardenkastanje legt. Het larfje vreet in de zomer het bladgroen weg. Dit motje, de kastanjemineermot, komt zo massaal voor dat sommige bomen nog voor de herfst al helemaal bruin gekleurde bladeren hebben.
Leuk toch? Benieuwd naar nog meer natuurweetjes? Die vind je onder Dit is ook natuur.