Zoutkamp. Ik heb het idee in een vissersplaats aan zee te zijn met de houten huizen langs de kade, de boomkorschepen met ZK op de boeg geschilderd in de haven, de straffe wind, de zon en de wolken. Ware het niet dat ik op een steiger zit mijn benen bungelend boven het Reitdiep, een kanaal. Niks geen zee. Maar eeuwen geleden toen de provincie Groningen vooral uit eilanden bestond, lag Zoutkamp aan de Lauwerszee en werd hier zoals de naam doet vermoeden zout gewonnen. Nadat de bewoners vervolgens met wapens in de weer waren tijdens de Tachtigjarige Oorlog – als Zoutkamp een bolwerk is van de Spaanse Nederlanden – wordt er in de eeuwen erna gevist. Maar van garnalen en haring stappen ze in 1969 noodgedwongen over op zoetwatervis. Dat is als de Lauwerszee zijn eigen Afsluitdijk krijgt om de bewoners beter te beschermen tegen de zee en de vele overstromingen. En als de Lauwerszee verandert in het Lauwersmeer.
Zelf gevangen of van de afslag bij Lauwersoog
Nu is het een dorp met een klein toeristisch haventje, maar daar blijkt niet palingrokerij Gaele Postma te liggen waarnaar ik op zoek ben. Die ligt verstopt achter een bedrijventerrein met veel loodsen waar ook de grootste garnalenverwerker van Europa gevestigd is. In de winkel grote bakken met vis, zo uit de rokerij. Het is bij Gaele Postma een komen en gaan van auto’s en mensen die even wat komen kopen en dus sta ik in de rij en heb tijd om te kiezen. Wat wordt het: de garnalen die ze net als veel van hun andere vis in het seizoen even verderop op de afslag van Lauwersoog halen en die in Nederland worden gepeld. Of de door de Zoutkampse vloot gevangen snoekbaars of paling. Mag dat eigenlijk wel, paling? Of toch een gerookte bokking of bakje kibbeling met ravigotesaus die ik beide veelvuldig over de toonbank zie gaan en die ik nog nooit heb gegeten? Ik neem eerst een heerlijk zachte en vette haring. Even later komt de aardige verkoopster mijn warme kibbeling op een blaadje op de steiger brengen dwars door de onstuimige wind heen. De vis is lekker smeuïg dus ik begrijp wel waarom die zo populair is. En genietend in de luwte van een visserskot heb ik toch het gevoel aan zee te zijn.