Als de grote veroveraar sta ik bovenop een klif met mijn hand boven mijn ogen. Friesland heeft drie kliffen en ze liggen in elkaars verlengde. Je kunt fietsen langs de kliffen van Gaasterland met de uitgezette kliffenroute. Zo tuur ik op een stralende dag aan het einde van de winter over het spiegelende water van het IJsselmeer. Zie ik al iets komen? Niets dan water.
Over de heuvels
Bij kliffen dacht ik aan steile rotsen en niet aan Nederland. Maar ze zijn er echt. De kliffen van Gaasterland zijn ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden toen gletsjers over het huidige Friesland schoven en een mengsel van keien, grind, zand, klei en leem voor zich uitschoven. Het ijs smolt en keileemruggen bleven achter. Een goede bescherming tegen de zee, ook al heeft diezelfde zee de kliffen ook aanzienlijk afgekalfd in de loop der tijd. Dat is pas gestopt met de aanleg van de Afsluitdijk. De hoogste klif is nog maar 10 meter hoog.
Eindeloze vergezichten
Wie net als ik op een windluwe dag gaat fietsen langs de kliffen van Gaasterland, die moet zelfs dan af en toe aardig trappen, want die gletsjers hebben Gaasterland licht heuvelig gemaakt. Daarbij gaat de kliffenroute langs de kust ook voortdurend op en af de dijk. Het is een heerlijke tocht met enkele stukken bos maar vooral van vergezichten. Over het water met in de verte windmolens. Over eindeloze polders met boerderijen met nog echt open uilenborden, met schapen in de wei, akkers en heel veel groen. Het is onderdeel van het Nationaal Landschap Zuidwest Fryslân. Die ontstaansgeschiedenis wordt leuk uitgelegd in het bezoekerscentrum Mar & Klif in het dorp Oudemirdum, het beginpunt van de route.
Door de velden naar het Oudemirdumerklif
Het wordt een fietstocht met veel stops. Natuurlijk bij alle drie de kliffen. Om bij het Oudemirdumerklif te komen moet ik mijn fiets het laatste stuk achterlaten. Door een klaphek gaat het over een pad met grassige muurtjes tussen de velden door. Totdat ik opeens bij een uitzichtspunt sta. Water overal voor mij. In de verte de contouren van West-Friesland. Onder mij een begroeid strand. Daar groeien heel veel soorten planten. Je mag er niet naartoe door de kwetsbaarheid van het gebied. Maar het uitzicht is prachtig.
Het strand van het Mirnser Klif
Bij het Mirnser Klif mag je wel het strand op. Er is zand, gras en riet waar je langs en over loopt. Zelf zat ik wat te zitten op een aangespoelde boomstam. Maar ook bovenop de klif heerlijk achter het glas op het terras van strandpaviljoen ’t Mar dat een goede menukaart heeft. De Mirnser Klif grenst aan het Rijsterbos met zijn joekels van beuken en slootjes waar ik nog een mooie wandeling maakte ter afwisseling. En ook hier is horeca. Bij hotel Jans eet je appeltaart. Of ik nog iets anders deed dan eten en drinken? Zeker.
De slag om Warns bij de Rode Klif
Weer door fietsen langs de kliffen van Gaasterland. Op weg naar klif nummer drie passeer ik het gehucht Laaxum met op de dijk een bordje dat naar de haven beneden verwijst. Onzichtbaar vanaf de weg. Het blijkt heel klein, er liggen twee boten maar er zijn wel een paar cafetaria-achtige tentjes waar je vis kunt eten. Ik houd me in. De laatste klif is de Rode Klif bij Warns, maar omdat ook hier de klif begroeid is, zie je weinig roods. Het is wel een hoge lange. Aan de landzijde ligt achter de dijk een fikse zwerfkei met daarop de tekst 1345 Leaver dea as slaef, liever dood dan slaaf. Nu weten we dat de Friezen nogal op hun onafhankelijkheid gesteld zijn, dat was in de middeleeuwen niet anders. De ene veldslag na de andere. Met als hoogtepunt 26 september 1345 als ze Willem IV, graaf van Holland en Henegouwen met zijn ridders verslaan, die over de Zuiderzee aanspraak komen maken op Friesland. Dat moest Willem met de dood bekopen. Sinds 1945 wordt de vrijheidsstrijd op die dag op deze plek herdacht. Ik zie ze al staan met hun hand boven de ogen, turend over het water.