Een pietepeuterig klein plantje staat nu al fier te bloeien tussen de klinkertjes in mijn tuin. Nu al? Is dat wel slim? Het is inderdaad een klein, bijna onopvallend plantje: een rozetje van kleine, spatelvormige blaadjes dicht op de grond, een zeer dun steeltje en dan de witte bloempjes. De bloemblaadjes zijn diep ingesneden en daardoor lijkt het plantje af te wijken van de andere kruisbloemen in Nederland, die allemaal vier bloemblaadjes hebben. Maar niets is minder waar.
Een rotsplant
De Vroegeling, zo heet het plantje, heeft zich helemaal aangepast aan de speciale omstandigheden – het biotoop – van mijn klinkerpad. In mijn tuingids staat Eróphila verna bij de rotsplanten. Klinkers, rotsen, tja het heeft wel wat van elkaar weg. Want zo’n klinkerpad, maar ook een zandhelling, kent uitzonderlijke temperatuurverschillen. In de zomer met de zon erop kunnen de stenen loeiheet worden. Ongeschikt voor de meeste planten, in ieder geval voor de Vroegeling. Vandaar dat die nu al bloeit.
Winterannuellen
Over een maand of zo, na de bloei, heeft het plantje ook al zaadjes gevormd. Dus tegen de tijd dat het hoog zomer is, is de Vroegeling alweer verdwenen. Komt een zaadje niet óp maar tussen de hete klinkers terecht, dan kan het kiemen. En dat doet het plantje dan ook al in de herfst. Daardoor heeft het als de winter begint blaadjes. De Vroegeling overwintert als bladrozet dicht tegen de grond en hoeft in het vroege voorjaar geen blaadjes meer te vormen en kan meteen gaan bloeien. Deze groep zaadplanten (kiemen in het najaar – bloei in het vroege voorjaar) worden wel winterannuellen genoemd. Vanwege de barre omstandigheden, tussen de straatstenen, hebben ze hun levenscyclus aangepast. Een hele handige oplossing, dus.
Leuk toch? Benieuwd naar nog meer natuurweetjes? Die vind je onder Dit is ook natuur.