‘Als je moeder doodgaat gaat de deur dicht van een wilde tuin die iedereen vergeten had.’ Het is de eerste zin van een gedicht van Toon Tellegen dat op het poortgebouw van begraafplaats Huis te Vraag hangt. Mijmerend over deze zin en met het kersverse onverwachte overlijden van mijn moeder prominent aanwezig in mijn gedachten, loop ik over het oude klinkerweggetje de begraafplaats op.
Landelijk Amsterdam langs de Schinkel
Ik dwaal over de aangeharkte zanderige paadjes tussen de graven door. Op Huis te Vraag worden sinds 1962 geen mensen meer begraven. Dat zie je aan de overwegend op elkaar lijkende grafzerken, hier en daar scheef geduwd door een groot geworden boom, vaak net nog niet overwoekerd door gras en diepgroene klimop. Die laatste kruipt over de grond, langs de graven en in de bomen. Net als de tijd: alom aanwezig en veel sneller dan gedacht. Gelijktijdig zorgen de ligusters en bomen voor veel schaduw en een gedempte, ingetogen sfeer, terwijl de vogels er deze zonnige lentedag zin in hebben, de bijen luidruchtig zoemen en de stinzenplanten kleur geven aan het gras. Aan het einde van het hoofdpad ga ik op een bankje in de zon zitten aan de rand van een driehoekig stuk weiland. Aan één kant begrensd door het jaagpad langs rivier de Schinkel. De prunussen staan in bloei. Leven en dood. Zon en schaduw. Ze gaan hier hand in hand. Dit is landelijk Amsterdam binnen de ring. Dat het nog bestaat.
Van herberg tot begraafplaats
‘Huis te Vraag 1891… dat het nog bestaat’ zo luidt ook de inscriptie in een van de andere banken. Het is te danken aan kunstenaarsechtpaar Leon en Willemijn van der Heijden dat deze plek er nog steeds is. Bijna dertig jaar geleden kwamen zij wonen in het voormalig aulagebouw en verbouwden het tot huis en atelier. Ze ontfermden zich vervolgens over de begraafplaats. De graven werden weer zichtbaar en ze maakten er deze toegankelijke stilteplek in Amsterdam van. Nog weer later maakten zij zich sterk voor het behoud van Huis te Vraag toen de begraafplaats met sloop werd bedreigd. Dat is gelukt. Gelukkig, want de geschiedenis van deze locatie gaat terug tot de 15e eeuw toen de Schinkel nog een stroompje was. Toen stond hier een veerhuis annex herberg waarvan de herbergier een reclamebord aan de weg zette met daarop de tekst ‘te vraghe’ wat zoiets betekende als ‘informatie’. Die naam is altijd gebleven. Want sommige zaken zijn er om te blijven. Zoals een mooie begraafplaats en de herinnering aan de doden.