Oetewaal is de idyllisch klinkende naam van een dorpje dat ooit in de polder net buiten Amsterdam lag. Op de plek waar vandaag de dag de Muiderpoort staat. Nu middenin de stad. In 1631 werd even verderop langs de dijk de Oetewalermolen gebouwd. Die moest het overtollige water uit de dan net drooggelegde Watergraafsmeer wegpompen naar het erachter gelegen meer van het Nieuwe Diep. Die molen is niet meer, net zomin als het stoomgemaal dat in 1880 op de fundamenten ervan werd gebouwd. Maar voordat dit een treurig verhaal wordt, hier is het goede nieuws. Het voormalig stoomgemaal doet sinds een aantal jaar dienst als distilleerderij en proeflokaal nadat het eerder is opgeknapt door Stadsherstel.
In het Flevopark
Ik vind het er zeer oetewaals. Idyllisch dus wat mij betreft. Zo kijk ik vanaf het oplopende terras uit op de vijver, de voormalige maalkom die omgeven wordt door groen, veel groen. Want ’t Nieuwe Diep ligt niet langer in de polder, maar in het Flevopark dat met de originele Muiderpoort als toegang vooral een park is met grote open velden waar in de zomer mensen neerstrijken in het gras. Om te slapen, verjaardagsfeesten te vieren, te picknicken of te barbecueën. Er zijn wel een paar ruigere stukjes met slootjes en ongemaaide veldjes waar ik bijvoorbeeld een gele ‘I was here’-tentafdruk in het gras zag. En een smal stil paadje dat tussen het Nieuwe Diep en de achterkant van het gemaal loopt.
Bittere lijdenstroost en ’t hempje licht op
Binnen kijk ik vanuit het proeflokaal door een raampje in de dichte distilleerderij, want het is weekend. Grote koperen ketels. Ze maken er zo’n honderd producten, zoveel mogelijk met biologische grondstoffen. Bitters, zoals zeemanswelvaren en likeuren met namen als ’t hempje licht op, pruimpje prik, gemaakt van pruimen uit de eigen boomgaard naast het gemaal. En bittere lijdenstroost. Uitleg bij de laatste: ‘Ter bestrijding van iedere soort verdriet. Na twee glazen zijn alle wereldproblemen opgelost voor altijd.’ Mocht dat niet helpen, je kunt alles ook per fles kopen. Er zijn enkele non-alcoholische dranken, echter niet uit overtuiging, zo meldt de kaart. Plus een aantal verantwoorde borrelhappen. Tel daar de uitermate ontspannen sfeer bij op – zou iedereen aan de bittere lijdenstroost hebben gezeten? – en dan weet je dat zo lang er zulke café’s zijn, het niet uitmaakt of je in de polder of in de hoofdstad zit.