Als kabouter had ze vrolijk rondgestapt over de grasvelden, door het duinbos met zijn slingerende paadjes en langs alle watertjes van de historische buitenplaats Ockenburgh aan de rand van Den Haag. Maar zoveel jaar na de padvinderij herkende de vriendin het niet meer. Andere leeftijd, andere focus vermoed ik zo. Nu liepen we de gevarieerde wandelroute Kunst en Historie rond Ockenburgh tot ver buiten de landgoedgrenzen. Bovenop het hoge duin lagen we in een kunstwerk naar de hemel te kijken en was er uitzicht over zee, windmolens, de woeste golven en de kleurige vliegers van de kitesurfers.
Europese Erfgoedprijs 2024
Voordat ik daar hoog boven het landschap uittorende, was ik een paar uur eerder om Den Haag heen gereden, door de polder, tussen de kassen door. Aan het licht herken ik de nabijheid van de zee. Om uiteindelijk aan de uiterste westkant van Den Haag de lange lommerrijke oprijdlaan van de 17e eeuwse Villa Ockenburgh met het bijbehorende landgoed op te rijden. In de verte de hagelwitte, romantische villa. Dat alles er zo goed bij ligt, komt door een grote groep vrijwilligers die zich meer dan tien jaar geleden over het terrein heeft ontfermd en dat nog steeds doet. Sindsdien is alles opgeknapt en krijgt duurzaamheid veel aandacht, van zonnepanelen op het dak tot het niet werken met onkruid- en insectenverdelgers. Het heeft onder andere geleid tot het winnen van de Europese Erfgoedprijs 2024.
Villa Ockenburgh met kas, moestuin en daktuin
Eerst maar in de vrij recent geplaatste kas kijken, met daarin een café met lekker groot terras en flinke moestuin ervoor met kruiden en planten. Veel producten gaan rechtstreeks naar de keuken en allerlei planten en zaden worden verkocht. Ik zie zakjes papavers, lupinen, zonnebloemen, laurier. Ook mooi is de ernaast gelegen daktuin ‘Een Kleyn Paleis’ op een bijgebouw naast de villa waar meer dan 80 soorten planten en grassen groeien. Die naam is een ode aan Jacob Westerbaen, de stichter van Villa Ockenburgh die zijn huis liefkozend zo noemde.
Exotisch bamboebos
Je hoort het al, ik kwam er moeilijk weg. Eenmaal en route slingert het pad zich vlak achter de villa door parkachtig bos met allerlei bruggetjes en rododendrons. Dan lopen we geheel onverwacht door een hoog, ijl bamboebos aan het water. Het lijkt alsof ik opeens in de rimboe ben beland. Ik baan me een weg tussen de struiken, pollen – ja wat zijn het? – door. Na dit exotische avontuur belanden we na enige tijd aan de rand van de bewoonde wereld, voor zover een golfterrein en voormalig vliegveld daarvoor doorgaan. We hebben het landgoed Ockenburgh dan al achter ons gelaten.
Puinduinen met Hemels Gewelf
Het mooiste stuk volgt. Puinduinen Ockenburgh geheten, gemaakt van het puin van huizen die in de Tweede Wereldoorlog zijn gesloopt voor de Atlantikwall (aan de andere kant van Den Haag kun je er ook een stuk overheen wandelen). Een trap op en opeens is er vrij uitzicht tot ver over de omgeving. Onderaan ligt kunstwerk de Puinbal, alsof-ie zo van het duin is gerold en steeds meer brokstukken met zich mee heeft genomen. Naam van de kunstenaar: Donald Duk. En dan helemaal op de top bij Kijkduin een golvende stenen ligbank van James Turrell, Panorama in de duinen heet het. Deze landschapskunstenaar focust in zijn werk op licht en ruimte. En op kijken. Dus gaan we op de bank liggen en zien de brede horizon, waar zee en lucht in elkaar overlopen. Nog geen 50 meter verder lopen we door een tunneltje en komen in Hemels Gewelf, ook van James Turrell. Stonden we eerst op een bult zand, nu staan we in een met gras begroeide kom met eenzelfde tweepersoonsbank. Wederom gaan we liggen en ervaren de hemel nu als een koepel die rust op de rand van deze groene, kunstmatige krater. Beslotenheid versus openheid van diezelfde hemel, fraai.
Langs de Chinese Muur
De terugweg gaat voor een groot deel door bebouwd Den Haag. Wel langs allerlei groen en kunstwerken inclusief wetenswaardigheden. Zo lopen we langs de Haagse Beek die in de duinen ontspringt en eindigt in de Hofvijver en langs de Chinese Muur, 580 meter lang en daarmee het langste wooncomplex van Nederland. Maar het leukste – en lekkerste – van dit deel van de wandeling vind ik vis- en patatkraam Ockenburgh. Gaan wij voor een lekkere nieuwe haring, iemand naast ons neemt een ‘beschuitstuitâh met zalf’. Dat blijkt Haags te zijn voor een gehaktbal met mayonaise.
Duurzaam restaurant met terras
Eenmaal terug strijken we neer op het ruime terras van Villa Ockenburgh. Een stijlvol restaurant met binnen nog originele details en qua keuken volgens dezelfde principes als de kas. Duurzaam dus en met ook aardig wat veganistische opties. We kijken met een goede kop soep uit over het idyllische brede grasveld met bomen voor ons. Er staan drie knalrode stinten op geparkeerd. De kinderen hollen uitgelaten over het gras. En ik moet weer aan die kabouters denken. Dankzij de vrijwilligers is er op sommige punten bijzonder weinig veranderd op deze mooie buitenplaats Ockenburgh.