Daar waar ik opgroeide waren geen boomgaarden. En ook later kwam het er nooit van om een bloesemwandeling te maken. Geen tijd, te vroeg, te laat, vergeten. Dat soort werk. Dat ging me dit jaar niet weer gebeuren. Maar voordat ik dat kon denken, kreeg ik een app van mijn nicht: ’De pruimen- en perenbomen staan in volle bloei.’ Na wikken en wegen werd ‘t het Errekomsepad, een Klompenpad in de Betuwe. Begin april ging ik aan de wandel.
Bloesems herkennen
Mijn idyllische beeld van bloesembomen is vooral gevoed door Japanse prenten en haiku’s. Daarom eerst een haiku van de 17e eeuwse Japanse dichter Bashõ:
Van welke bomen
waren het bloesems? Alleen
hun geuren weet ik.
Dat is precies wat ik me afvraag bij de eerste beste boomgaard. Hoe kan ik de bloesems herkennen? Naar welke fruitbomen kijk ik? Voor filosoof Bashõ is het niet relevant, het gaat hem om de geuren, die staan voor een religieuze ervaring maar ik ben wat aardser ingesteld. Dus? Afhankelijk van het weer, de streek en de soort begrijp ik dat je kunt zeggen dat het begint met de uitbundige, witte bloesem van de pruimenboom, die nog geen blad heeft. Dan volgen de kersenbomen, ook wit maar de bloesems zitten op steeltjes waardoor de bloemen wat meer hangen, daarna zie je de eveneens witte perenbloesem, maar daar zit al wat blad aan de boom, en met de roze bloesem van de appel komt het bloesemseizoen in de Betuwe tot een eind. Die uitleg helpt. Meer weten? Check dan ook mijn blog Bloesems herkennen van fruitbomen.
Kievit en fazant
Het Errekomsepad is perfect voor een bloesemwandeling met lentegevoel: knalgele koolzaadvelden, omgeploegde bruine akkers en knalgroene velden. Een vink roept vanuit een boom, ik zie de eerste kieviten in de velden, een fazant kijkt me aan vanuit het hoge gras, er vliegen dagpauwogen, een oranjetipje en koolwitjes om me heen. En natuurlijk zijn er veel boomgaarden. Maar waar ik vooral denk aan hoogstam fruitbomen met brede kronen waaronder je in de zomer lekker in de schaduw ligt, bestaat de meerderheid uit kleine, slanke, makkelijk te plukken laagstam fruitbomen. Net wat minder romantisch. Bij de kersenbomen soms heel modern met een enorme stalen constructie eromheen waar netten over gespannen kunnen worden om de vogels te weren. Maar zo ver is het nog niet.
Middeleeuwse Oranjestad Buren
Binnen een uur brengt het Errekomsepad me in Oranjestad Buren. Je voelt de grandeur van vroegere tijden. Met een oude stadswal, stadspoort en overal monumentale panden met toelichting op de gevel. Leuke straatjes, doorkijkjes, rustig kerkplein, het rijk versierde weeshuis uit 1618 gebouwd door de dochter van Willem van Oranje. Het is namelijk de stad van Anna van Buren, de eerste vrouw van Willem van Oranje. Sinds hun huwelijk in 1551 is Buren gelieerd aan het huis van Oranje-Nassau. Onze koning, de huidige graaf van Buren, gebruikt die naam als hij under cover wil gaan, zo noemde hij zich W.A. van Buren tijdens de Elfstedentocht in 1986. Net buiten de stad steek ik het lieflijke riviertje de Korne over. Vorige zomer voer ik er nog met de kano over die bij mijn gehuurde Blokhutboot hoorde, dat gaf me toen het ultieme vrijheidsgevoel.
Druivenranken
Na Buren gaat de wandeling over graspaden, langs sloten en poeltjes, over velden, kronkelpaadjes en over niet te omzeilen asfaltwegen, maar op een enkele na zijn die vaak zo rustig dat het niet afdoet aan het landelijk gevoel. Het Errekomsepad staat in de lijst met bloesemwandelingen in de Betuwe, maar behalve langs fruitbomen gaat de wandeling ook over het duurzame Betuws Wijndomein. Met borden met uitleg over de teelt aan de randen, een terras en winkel erbij. Het wijnvat ligt aan het pad, ook al valt er niets te tappen nu. De ruim 21.000 druivenstokken beginnen net uit te lopen. Ze bloeien vanaf eind mei. Daarmee krijg je met dit Klompenpad een tweede kans op een bloesemwandeling. Dat had ik eerder moeten weten.